Mijn verhaal, als moeder

man verloren

Barbara Baas-Muiser is trotse moeder van twee jongens, Guus (12 jaar) en Benjamin (8 jaar). Zij was dertien jaar samen met Arend, waarvan achtenhalf jaar getrouwd. Arend worstelde de laatste jaren met fysieke én mentale problemen, die uiteindelijk leidden tot een fatale gebeurtenis. In dit eerlijke en ontroerende verhaal vertelt Barbara hoe zij en haar zoons hun leven opnieuw vormgeven na het verlies van Arend, over de steun van hun omgeving en de onvergetelijke momenten die Stichting WeesGelukkig hen bood.

1. Even voorstellen

“Ik zal mijzelf even voorstellen, Barbara Baas-Muiser, trotse moeder van 2 jongens Guus (12 jaar) en Benjamin (8 jaar). Ik was 13 jaar samen met Arend, waarvan 8,5 jaar getrouwd. Arend struggelde met fysieke en vooral ook mentale problemen de laatste jaren. Het laatste jaar nam dit alleen maar toe en zocht hij ook een toevlucht tot verslavende middelen. Op dat moment heb ik een keuze gemaakt om voor mijzelf en de jongens te kiezen en zouden we gaan scheiden.”

2. Een onverwachte wending

“Het is nooit zover gekomen; we zouden starten met een mediatortraject om in goed overleg uit elkaar te gaan. Alleen voordat dit ging plaatsvinden, waren de mentale problemen zo groot bij Arend, dat hij een keuze heeft gemaakt voor een suïcidepoging.

05/02 – Ik was net thuis van mijn werk (management in het onderwijs) en ineens stonden er twee marechaussees aan de deur. Zij brachten de boodschap dat mijn man, Arend, een ongeluk had gehad met een trein op Schiphol. Dit kwam zo onverwachts, ik was in totale shock en mijn eerste gedachten waren de jongens. Het was ondertussen 15.15 uur; ik moest hen uit school halen. Ik heb ze uit school gehaald, op schoot genomen en verteld dat papa een ongeluk heeft gehad. Op dat moment was nog niet duidelijk dat het om een suïcidepoging ging.”

3. Intensive care en afscheid

“Vanaf dat moment is ons leven totaal veranderd. Het fundament dat er was, was in één klap weg. Mijn man heeft nog tien dagen op de IC in het AMC gelegen. Uiteindelijk heb ik toen, in samenspraak met de artsen, de keuze genomen om de behandeling te stoppen op grond van medische redenen. De schade en de verwondingen waren te groot om weer goed te kunnen herstellen.”

4. Opvang en netwerk

“Vanaf dat moment heb ik alle emoties van de jongens gezien, opgevangen en mee gedeald. Ik heb een groot netwerk om mij heen, dat ons heeft opgevangen. Alles werd ons uit handen genomen: de één bracht de jongens naar school of naar de voetbal, de ander zorgde voor het eten. Mijn broer deed alle administratie, mijn zus was steun en toeverlaat in het ziekenhuis. Een vriendin maakte een agenda met daarin alle afspraken, was mijn spreekbuis naar mijn werk en runde samen met alle andere vrienden en familie ons hele huishouden.

Mijn moeder was in Australië, op bezoek bij mijn oudste zus, toen dit gebeurde en kon er op dat moment niet voor ons zijn. We hadden wel dagelijks contact en kregen zo alle steun. Later keerden zij ook terug om ons bij te staan. Ik was zo in shock door alles wat er gebeurd was en leefde in een roes; ik ging op de automatische piloot.”

5. Hoe verwerken kinderen zo’n verlies?

“Alle emoties kwamen voorbij bij mijn zoontjes: van verdriet tot boosheid. Boos op de artsen, want waarom konden zij papa niet beter maken? Ik trof mijn zoontjes huilend aan in de douche; ze kregen hyperventilatie. Ze werden hypochonder: ‘O jee, ik heb een wondje of ik heb het benauwd, straks krijg ik ook een longontsteking…?’

Mijn jongste zat aan mij vastgekleefd, had echt huidhonger, en mijn oudste kreeg paniekaanvallen. Beiden weken geen moment van mijn zijde. Ook ‘s nachts wilden ze bij mij liggen, bang dat ik ineens ook weg zou zijn. Nu nog steeds liggen ze het liefst naast mij.

Het moeten vertellen dat papa niet meer beter wordt, is zo zwaar en onmenselijk om te moeten verwoorden. Mijn man heeft geen afscheid genomen of iets achtergelaten, wat ervoor zorgde dat ik eigenlijk moest verantwoorden ‘het waarom’ naar mijn jongens. Ik ben al die tijd transparant en eerlijk geweest over hoe het was gebeurd, dat papa heel erg in de war was en daardoor niet meer wist wat hij deed. Maar dat het vooral niet aan hen lag en niet hun schuld was.”

6. Professionaliteit en steun

“Ik heb de begrafenis in lijn van de jongens gedaan; zij wilden de kist beschilderen, vingerafdrukken nemen, de muziek kiezen. Het was een heel mooi en persoonlijk afscheid. Er waren veel vrienden en familie, en die steun voelde heel fijn voor de jongens en mij.

Ik heb hulp ingeschakeld voor de jongens, bij een kinderpsychiater; ze hebben traumatherapie gehad. Vanuit school kregen ze hulp en alle ruimte om te kijken wat we nodig hadden. Wat je nodig hebt, is een route die je niet kent en eigenlijk ook niet wílt kennen. Want dit wat wij hebben meegemaakt, is iets wat je in films ziet: ineens iemand aan de deur en dan stort je wereld in.

De pijn, verdoofdheid, het verdriet en de wanhoop van ‘hoe nu verder’ komt allemaal voorbij. Bij mij uitte zich dat in warrigheid, schouders die helemaal vastzaten van de spanning, continu te veel prikkels, vergeetachtigheid en een heel kort lontje, waardoor ik heel snel emotioneel of boos werd.”

7. Een nieuw hoofdstuk: samen verder

“Daar sta je dan, elke ochtend weer op, met de gedachte dat ik nu de enige ben die hen moet (mag) opvoeden. De enige die hun normen en waarden en levenslessen moet leren. Deze druk van ‘alles alleen moeten doen’ voelt heel zwaar. Ook de pijn en zorgen over de jongens doe je alleen.

Daarnaast ga je alleen naar het voetbalveld, alleen naar schooloverleggen, alle afspraken op sociaal, school- of zorgvlak doe je alleen. Geen sparringpartner. Maar wel de druk om te screenen hoe de jongens in hun vel zitten elke dag, en daarnaar te handelen. Dat is een zwaar proces.

Benjamin zat aan mij geplakt, zoals je ook ziet op de foto (oranje vestje). De jongens werden heel fysiek, echt vechten met elkaar. Dit heb ik ook besproken met de kinderpsycholoog; zij gaf aan dat dit ook onderdeel van het verwerkingsproces kan zijn. Ikzelf heb onder andere traumatherapie gehad en krijg nog steeds professionele hulp.”

8. Wensen in vervulling met Stichting WeesGelukkig

“Mijn eerste prioriteit zijn de jongens; ze hebben hulp gekregen. Ik ben open, observeer ze en handel daarnaar. Guus (de oudste) kan in paniek schieten (hij heeft dit ook met regelmaat: hartkloppingen, hypochondrie), Benjamin klapt dicht en wil er niet over praten. Met Benjamin heb ik nu een manier gevonden door middel van rouwkaartjes met vraagstellingen, die we af en toe samen bespreken. Dan zit hij in bad, ik op de rand, en pakken we zo’n kaartje, bijvoorbeeld: ‘Wat is je mooiste herinnering aan papa?’ Dan kletsen we daarover. Wanneer het genoeg is, zet hij zijn duikbril op en duikt onder water.

Ik heb weleens gehoord: ‘Je bent een leeuwin.’ En dat is ook zo. Ik bescherm ze en wil ze behoeden voor de pijn en het verdriet dat er is. Langzaamaan kunnen we weer wat lucht halen en hebben we met z’n drieën een nieuwe vorm gegeven aan ons leven.

Ik kan intens blij en ontroerd zijn door de lieve mensen om ons heen, maar ook door de mooie initiatieven die er zijn, zoals Stichting WeesGelukkig. Ik had hen zelf aangeschreven en heel leuk contact met Sandra van de stichting. We belden en mailden heen en weer om de mooie wens voor Guus te vervullen: een keer naar Ajax gaan. Dit was iets wat hij nog met papa zou doen, alleen was het er nooit van gekomen.

Guus was overrompeld door wat er georganiseerd was, en intens gelukkig. Een T-shirt van zijn idool Wout Weghorst, maar ook als mascotte het veld op. We hebben er een mooie dag van gemaakt: samen sushi eten, daarna naar de Arena, en toen mee het veld op voor de wedstrijd (zie foto van Guus en mij voor de Arena). Hij zat naast mij en zei: ‘Ooh, ik zou willen dat ik de tijd kan terugdraaien, want anders is het al afgelopen.’ Hij straalde en heeft het er nog steeds over. Om hem zo te zien stralen en intens te zien genieten, is zo mooi en ontroerend.

Met Benjamin hetzelfde: een ontmoeting met Boswachter Tim, geweldig. Hij straalde, samen de natuur in, een mooie pet en boek gekregen, en het draaide echt even om hém. Dit gevoel dat hij iets moois mag beleven, zijn wensdag, voelde zo speciaal. Dat de stichting dit voor elkaar krijgt, is niet met woorden te beschrijven. Het enthousiasme, maar vooral ook de liefde waarmee de wensen tot vervulling worden gebracht, is voelbaar.”

9. Dankbaarheid en advies

“Ik heb de stichting ook al bij anderen onder de aandacht gebracht, omdat ik hun ook een mooie dag wens. Ik zat in een lotgenotengroep, ook vrouwen met jonge kinderen, en ik vertelde erover. Het warme gevoel dat er echt iets voor mijn kinderen georganiseerd wordt, waardoor zij zich even echt uniek en gezien voelen, gun ik iedereen waarbij zoiets verschrikkelijks is overkomen. Ik ben daarom WeesGelukkig ontzettend dankbaar en omhels de initiatieven die ze doen, omdat dit echt uit het hart komt.

Ik zou dan ook echt iedereen aanraden om hulp te zoeken wanneer je het niet meer ziet zitten. Maar ook: luister eens écht naar de ander. Soms is de vraag ‘Hoe gaat het nu echt met jou vandaag?’ al genoeg, of laten weten dat je aan iemand denkt. Dat gezien worden, even ontlasten van de pijn, maar zorgen voor een intense glimlach: dát doet WeesGelukkig. En daarom zeg ik nu ook met een intense glimlach: DANK!”

Barbara met kinderen

Per jaar zijn er alleen al in Nederland 6000 kinderen…

Die een vader en/of moeder verliezen. Deze wens zouden we niet kunnen laten uitkomen zonder de inzet van onze vrijwilligers en donateurs. Wil je de volgende glimlach op het gezicht van een kind dat zijn vader en/of moeder is verloren mogelijk maken? Overweeg dan om een bedrag te doneren. Mag klein, groot, eenmalig of met regelmaat. Alvast bedankt.